-
1 slapen
1 [in slaap zijn] sleep2 [geslachtsgemeenschap hebben] sleep (with)3 [met betrekking tot ledematen] 〈zie voorbeelden 3〉5 [met betrekking tot de doden] sleep, be asleep6 [met betrekking tot zaken] sleep♦voorbeelden:hij kon er niet van slapen • it kept him awakeslaap lekker • sleep wellbij iemand blijven slapen • 〈 in hetzelfde bed〉 spend the night with someone; 〈 algemeen〉 spend the night at someone's house/placeik wil er een nachtje over slapen • I'd like to sleep on ithij slaapt als een os/een roos • he sleeps like a log -
2 bij iemand blijven slapen
bij iemand blijven slapen〈 in hetzelfde bed〉 spend the night with someone; 〈 algemeen〉 spend the night at someone's house/placeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand blijven slapen
-
3 laken
laken1〈 het〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 de lakens uitdelen • rule the roost, run the showonder/tussen de lakens kruipen • slip between the sheetsop het groene laken • on the billiard tableruw/ongevold laken • raw cloth————————laken21 [(sterk) afkeuren] (strongly) disapprove (of)2 [berispen] rebuke♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ei — 1. A Ei es schnell gelêt, aber nit schnell ausgebrüt. (Nassau.) 2. Aier sind airen gleich. – Gruter, III, 3. 3. Alte Eier, alte Freier, alter Gaul sind gewöhnlich faul. – Simrock, 1886; Körte, 1269. Eine Anzahl (16) Sprichwörter und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon